Planten van hier

Voor flora, fauna en mensen

Geelgroene vrouwenmantel

(Alchemilla xanthochlora)

Geelgroene is een vaste, overblijvende plant uit de Rozenfamilie (Rosaceae). Afhankelijk van haar standplaats kan ze een hoogte bereiken van 15 tot 70 cm. Ze heeft behaarde stengels en de vrij grote, brede bladeren zijn gelobd en de bladranden gezaagd. Een bekend beeld zijn de ‘dauwdruppels’ op het blad. Dit zijn voor een deel inderdaad dauw- of regendruppels, maar

ook sappen die door de plant worden uitgescheiden. De bloeiwijze bestaat uit vele kleine bloempjes die in een soort trosjes of pluimen bij elkaar staan. Zoals de Nederlandse naam al aangeeft, zijn de bloempjes geelgroen van kleur.

Geelgroene vrouwenmantel kent een zeer lange bloeitijd, van mei tot oktober. Vandaar dat ze ook een zeer populaire tuinplant is. Geelgroene vrouwenmantel groeit op zonnige plekken tot in halfschaduw op een vrij droge tot vochtige, voedselhoudende bodem die neutraal tot enigszins kalkhoudend is.

Het jonge blad kan worden verwerkt in een gemengde salade of worden bereid als spinazie. Het gedroogde blad kan worden gebruikt voor een kruidenthee. De plant bevat verschillende mineralen (calcium, magnesium en fosfor) en vitamine C.

De bloemen worden in hoofdzaak bestoven door wilde bijen, hommels en zweefvliegen. Vanwege haar langdurige bloeitijd is het een goede drachtplant.

Nederlandse naam: Geelgroene vrouwenmantel

Wetenschappelijke naam: Alchemilla xanthochlora

Familie: rozen

Herkomst: oorspronkelijk inheems

Status: Rode Lijst: gevoelig

Zeldzaamheid: zeer zeldzaam

Bloeiperiode: mei tot oktober

Bestuiving: Wilde bijen, (zweef)vliegen

Kleur: geelgroen

Hoogte: 15 tot 70 cm

Licht: bij voorkeur licht